Zuiveren afvalwater voor schoon en gezond watersysteem
Inleiding
De zuivering van afvalwater draagt bij aan een goede volksgezondheid en een betere kwaliteit van het oppervlaktewater. Er is op dit punt al veel bereikt, maar het waterschap wil de waterkwaliteit verder verbeteren. We proberen de risico´s voor oppervlaktewaterkwaliteit en volksgezondheid verder te verminderen.
Toestand
Huidige situatie
Veel rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi (rioolwaterzuivering)’s) zijn sinds de jaren ’90 door de waterschappen aangepast. Stikstof en fosfaat worden zodanig verwijderd uit het afvalwater, dat de wettelijke normen voor lozing op oppervlaktewater (o.a. een zuiveringsrendement van minimaal 75% verwijdering voor stikstof en fosfaat voor het beheergebied van het waterschap) op de meeste rwzi’s al worden gehaald. Dit heeft een aanzienlijke verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit opgeleverd. Vissterfte als gevolg van de lozing van zuurstofbindende stoffen komt nog nauwelijks voor. Ook zijn de gehaltes nutriënten (voedingsstoffen voor planten, veelal stikstof en fosfaat) in oppervlaktewater gedaald. Naast de zuivering van afvalwater hebben verbeteringen in het gemeentelijk rioolstelsel aanzienlijk bijgedragen aan een betere kwaliteit van het oppervlaktewater.
Lees meer
Niettemin heeft het gezuiverde afvalwater (effluent (het in de rioolwaterzuiveringsinstallatie gezuiverde water dat geloosd wordt op oppervlaktewater)) van de rwzi’s invloed op de kwaliteit van het oppervlaktewater waar het op wordt geloosd. Mede hierdoor is het fosfaatgehalte in veel oppervlaktewateren nog steeds te hoog. Ook hebben de rwzi’s een bijdrage in de lozing van allerlei nieuwe stoffen die via het afvalwater van huishoudens en bedrijven de rwzi bereiken. Dit heeft risico’s voor de waterkwaliteit. Zie daarvoor het WBP-deel 'Schoon water'.
Verwerking zuiveringsslib (het materiaal dat overblijft nadat het rioolwater is gezuiverd)
Optimalisatie van de verwerking van zuiveringsslib is een belangrijke factor om de kosten van afvalwaterzuivering te beheersen. Afbraak van organische stof in slibvergisters en vergaande ontwatering van zuiveringsslib helpen de kosten voor het afzetten van slib in de hand te houden. Het ontwaterde slib voeren we af naar een eindverwerker. Ook biedt de slibverwerking kansen om bij te dragen aan het halen van doelstellingen ten aanzien van de opwekking van energie en de terugwinning van grondstoffen.
Doelen
Doelen
Door afvalwater efficiënt en effectief in te zamelen, te transporteren en te behandelen dragen we bij aan een goede volksgezondheid en een schoon watersysteem.
Aanpak
Aanpak voor de planperiode
De aanpak die we de komende planperiode volgen, bestaat uit twee hoofdonderdelen: de inzet op verdere ontwikkeling van de rwzi (rioolwaterzuivering)’s en continuering en uitbreiding van de samenwerking met gemeenten bij de opvang en het transport van afvalwater.
Voor voormalig waterschap Groot Salland gaf de waterketenvisie, “De keten ontketend”, richting aan voor de toekomst. Voor milieudoelstellingen willen we van normdenken naar waardedenken. Voor bedrijfszekerheid een bewuste afweging tussen risico’s en kosten. Voor energie willen we ons als een goede middenmotor voortvarend inzetten en voor grondstoffen willen we samen met andere waterschappen in Nederland een koppositie innemen. Daarnaast zetten we ons actief in voor kennismanagement. Het Integraal Zuiveringsplan bevat een bundeling van het beleid en vormt onder meer de basis voor het meerjarige investeringsprogramma en voor het beheer en onderhoud. Het betreft een integrale beschouwing van onder meer regionale ontwikkelingen, lozingseisen, opschalingsmogelijkheden, technische staat en ontwikkelingen als “nieuwe stoffen” en het winnen van energie & grondstoffen.
Voor voormalig waterschap Reest en Wieden gaf de ‘Uitwerkingsnotitie Beleid Afvalwaterketen (alle activiteiten tussen drinkwaterwinning en rioolwaterzuivering)’ richting aan voor de toekomst. Zowel voor energie als voor grondstoffen willen we samen met andere waterschappen in Nederland een koppositie innemen. Daarnaast zetten we ons actief in voor innovatieve ontwikkelingen, vaak in regionale of landelijk samenwerkingsverbanden. Het Integraal Zuiveringsplan bevat een bundeling van het beleid en vormt onder meer de basis voor het meerjarige investeringsprogramma en voor het beheer en onderhoud. Het betreft een integrale beschouwing van onder meer regionale ontwikkelingen, lozingseisen, opschalingsmogelijkheden, technische staat en ontwikkelingen als “nieuwe stoffen” en het winnen van energie & grondstoffen.
Nieuwbouw, uitbreiding, optimalisatie en renovatie van rwzi’s
Nieuwbouw, uitbreiding, optimalisatie en renovatie van rwzi’s
Rwzi (rioolwaterzuivering)’s die verouderd zijn gaat het waterschap renoveren. Rwzi´s die meer afvalwater aangevoerd krijgen, passen we aan, zodat ze blijven voldoen aan de lozingseisen. Het waterschap wil de zuivering optimaal laten presteren. We gaan hierbij uit van de afvalwaterketen (alle activiteiten tussen drinkwaterwinning en rioolwaterzuivering) als geheel. Investeren in procesautomatisering kan een middel zijn voor een betere zuiveringsprestatie. We bekijken het optimaliseren van een rwzi altijd in samenhang met maatregelen in de riolering, met bedrijven die afvalwater aanleveren en met andere maatregelen in het afvalwatersysteem.
Ontwikkeling van de zuiveringsinstallaties (rwzi’s)
Ontwikkeling van de zuiveringsinstallaties (rwzi’s)
De rwzi (rioolwaterzuivering)’s zijn ontworpen op de hydraulische capaciteit en de belasting die berekend is op basis van gegevens over de bevolkingsgroei, de economische ontwikkeling en de voortgang van het afkoppelen (het apart inzamelen van regenwater zodat dit niet meer op het vuilwaterriool wordt geloosd) van regenwater. Een exacte berekening is moeilijk te maken. Nauwe samenwerking met gemeenten en andere partijen is onontbeerlijk om de gewenste hydraulische capaciteit af te spreken. Hoe beter de lange-termijn belasting wordt berekend, hoe doelmatiger de investering en exploitatie zal zijn. De installaties op de rwzi’s worden nu in 20 tot 30 jaar afgeschreven. Er kunnen omstandigheden en onzekerheden zijn, waarbij het verstandig is om met kortere afschrijvingstermijnen te werken. Zeker als we daarbij beter aansluiten bij de systematiek van bedrijven en gemeenten en de dynamiek in het stedelijk gebied.
Lees meer
- Voldoen aan vergunningeisen
Het waterschap zorgt ervoor dat het effluent (het in de rioolwaterzuiveringsinstallatie gezuiverde water dat geloosd wordt op oppervlaktewater) van de waterzuiveringen voldoet aan de wettelijke lozingseisen. Een rwzi die loost op een relatief klein water heeft een grote invloed op de kwaliteit van het oppervlaktewater. Hierdoor wordt de gewenste kwaliteit in het oppervlaktewater niet altijd gehaald. Daarom wordt in de planperiode bezien of andere lozingseisen nodig zijn. Lozingseisen worden meer afgestemd op de kwaliteit en kwantiteit van het ontvangende watersysteem. Meegewogen wordt of strengere lozingseisen economisch verantwoord zijn. De werking van de zuiveringsinstallaties wordt regelmatig gecontroleerd op basis van standaard lozingseisen uit het activiteitenbesluit (besluit van de minister op basis waarvan vergunningverlening plaatsvindt.) of een maatwerkvergunning, zie ook het WBP-deel 'Schoon water'.
- Verdergaande zuivering
Meer nutriënten (voedingsstoffen voor planten, veelal stikstof en fosfaat) (stikstof en fosfaat) verwijderen dan de norm kan leiden tot verbetering van de ecologische waterkwaliteit, maar een werkelijke verbetering is vooral afhankelijk van andere factoren, zoals emissies door verkeer en landbouw of de inrichting van het watersysteem. Maatregelen voor aanvullende zuivering om meer nutriënten en andere stoffen uit het afvalwater te verwijderen wegen we zorgvuldig af tegen de meerwaarde van andere maatregelen.
- Behalen van waterkwaliteitsdoelstellingen
Om de doelen van de Kaderrichtlijn Water te halen kan het zijn, dat er strengere lozingseisen voor de rwzi’s nodig zijn. Bijvoorbeeld bij lozingen op meer kwetsbare watersystemen. Hierbij hanteren we de volgende criteria:
- De lozing van gezuiverd afvalwater op het oppervlaktewater verhindert het bereiken van de kwaliteitsdoelstellingen in een waterlichaam.
- Het (rijks)beleid of een andere aanpak die op de bronnen van de verontreiniging zijn gericht, kan de overbelasting met deze stoffen niet oplossen.
- Aanvullende zuiveringstechnische maatregelen zijn effectief.
Opvang en transport van afvalwater
Opvang en transport van afvalwater
Samen met gemeenten beperken we de risico’s die gepaard gaan met de inzameling en het transport van afvalwater. Het rioolstelsel is niet overal berekend op hevige buien. Hierdoor komt er water op straat te staan. Daarnaast wordt er bij hevige regenval soms via overstorten ongezuiverd water geloosd. Door de klimaatontwikkeling neemt het aantal hevige buien toe. Samen met gemeenten willen we daar wat aan doen.
Lees meer
- Het waterkwaliteitsspoor
Overstorten veroorzaken op sommige locaties een waterkwaliteit die niet aanvaardbaar is. Daar willen we samen met gemeenten wat aan doen. Daarvoor gebruiken we het zogenaamde waterkwaliteitsspoor, waarmee we de waterkwaliteit in het stedelijk gebied willen verbeteren en bezien wat de vervuilingsbronnen zijn.
- Afkoppelen (het apart inzamelen van regenwater zodat dit niet meer op het vuilwaterriool wordt geloosd) verhard oppervlak
Om beter voorbereid te zijn op hevige buien en te voorkomen dat via overstorten ongezuiverd water wordt geloosd, gaan we slim gebruikmaken van de bergingscapaciteit (het volume water dat kan worden vastgehouden tijdens natte omstandigheden) in het stedelijk gebied, het regenwater van de riolering afkoppelen en bestaande rioolstelsels optimaliseren. Bij afkoppelen moeten we ervoor waken, dat er geen nieuwe verontreinigingsbronnen bij regenwateruitlaten (plekken waar regenwaterriolen uitmonden in het oppervlaktewater) ontstaan door foutieve aansluitingen. In nieuw stedelijk gebied wordt regenwater niet meer via de riolering naar de rwzi (rioolwaterzuivering) afgevoerd.
- Verminderen rioolvreemd water (niet of nauwelijks verontreinigd water zoals grondwater, dat ten onrechte op het riool wordt geloosd)
Een andere opgave is het verminderen van de toevoer van water dat niet in het riool hoort, zoals drainage-, bronnerings- en instromend grondwater door lekke rioolbuizen. Het terugdringen van dit rioolvreemde water draagt bij aan minder lozingen uit overstorten, een betere kwaliteit van het gezuiverde afvalwater en een lager energieverbruik. De waterschappen nemen initiatief om samen met gemeenten het aandeel rioolvreemd water in beeld te brengen. Zo nodig stellen we gezamenlijk een saneringsprogramma op om dit aandeel terug te brengen.
Maatregelen
Maatregelen in de planperiode
Het waterschap investeert in rwzi (rioolwaterzuivering)’s om de installaties te laten voldoen aan de recente eisen op het gebied van capaciteit, prestatie, milieubelasting, energieverbruik en werkomstandigheden. Zo nodig wordt ook geïnvesteerd in automatisering en processturing.
Het onderhoud van de rwzi (rioolwaterzuivering)’s baseert het waterschap op assetmanagement (onderhoudsfilosofie waarin alle bedrijfsmiddelen worden betrokken zodat een afgewogen keuze wordt gemaakt voor een balans tussen bedrijfszekerheid en kosten), een systematiek waarmee we bewuster een afweging kunnen maken tussen het voorkomen van risico’s en kosten die we moeten maken om deze risico´s te voorkomen. In essentie gaat het om de afweging welke kwaliteit wenselijk is en wat dit mag kosten.
Het waterschap bekijkt welke mogelijkheden er zijn om de afschrijvingstermijnen van rwzi (rioolwaterzuivering)’s meer af te stemmen op die van gemeenten en bedrijven om aansluiting te houden bij de dynamiek van het stedelijk gebied. Ook gaat het waterschap na, wat dat onder andere betekent voor de manier van zuiveren en het materiaalgebruik.
In Rijn-Oost werken we samen aan beheer en ontwikkeling van rwzi (rioolwaterzuivering)'s in een 'shared service'. De samenwerking gaat de deelnemende waterschappen voordeel opleveren. De intentie is om schaalvoordelen te behalen in kwaliteit, kwetsbaarheid en kosten.
Het waterschap en gemeenten verbeteren de oppervlaktewaterkwaliteit door knelpunten in het oppervlaktewater te inventariseren en zo mogelijk op te lossen. Op basis van deze inventarisaties worden in overleg met de gemeenten de benodigde maatregelen uitgevoerd. Foutieve aansluitingen in het rioolsysteem, die nadelig zijn voor de oppervlaktewaterkwaliteit, worden hierin meegenomen.