Werken aan kwaliteit voor specifieke wateren
Inleiding
Een aantal categorieën wateren kent vanuit de toestand, functie en/of ligging specifieke doelen en maatregelen. Dit zijn: 'overige wateren', waardevolle wateren, stedelijk water en zwemwater. Voor deze wateren geven we hierna de aanpak in de planperiode weer. Daarnaast wordt het beleid voor diepe plassen en grondwaterkwaliteit beschreven.
Aanpak
Opstellen doelen voor ‘overige wateren’
Opstellen doelen voor ‘overige wateren’
Het waterschap en de provincie gaan gezamenlijk beleid ontwikkelen voor de ‘overige wateren’. Dit is het oppervlaktewater dat niet is aangewezen als ‘waterlichaam’ op grond van de KRW. De waterschappen hebben hierbij de trekkersrol. Dit beleid moet duidelijk maken wat we voor de overige wateren verstaan onder een goede waterkwaliteit. Hierbij maken we gebruik van de “Handleiding doelafleiding overige wateren” van de STOWA. (stichting onderzoek waterschappen) Dit beleid zal een (specifieker) toetsingskader voor vergunningverlening en handhaving bieden. Na besluitvorming door het waterschap zullen de provincies de doelen eind 2018 vaststellen in een herziening van de Omgevingsvisie (provinciaal plan waarin de provinciale doelen en belangen staat gedefinieerd, inclusief funtietoekenning), of in een provinciaal waterprogramma (onder de Omgevingswet).
Tot 2018 zijn de richtwaarden voor het oppervlaktewater van toepassing, die overeenkomen met de fysisch-chemische richtwaarden uit de "Referenties en Maatlatten overige wateren - geen KRW-Waterlichamen (watersysteem van bepaalde afmetingen waarover aan de EU gerapporteerd moet worden)" (STOWA 2013-14).
Waardevolle wateren
Waardevolle wateren
Waardevolle wateren zijn wateren met een zeer hoge natuurwaarde zoals vennen, brongebieden en kleine beken. Vaak zijn ze onderdeel van een natuurgebied. Waardevolle wateren moeten beschermd worden tegen achteruitgang van de ecologische kwaliteit. Bij beheer en onderhoud van de waardevolle wateren weegt het ecologisch belang het zwaarst. Waar nodig neemt het waterschap maatregelen om achteruitgang te voorkomen of om de kwaliteit te verbeteren.
De provincies Gelderland en Overijssel hebben waardevolle wateren aangewezen. De provincie Drenthe gaat deze wateren uiterlijk in 2018 aanwijzen. Voor deze waardevolle wateren bestaat geen eenduidige beschrijving van streefbeelden en maatregelen. In samenwerking met de provincies gaat het waterschap de waardevolle wateren begrenzen, beschrijven, doelen vaststellen en maatregelen formuleren. Dit beleid zal een (specifieker) toetsingskader voor vergunningverlening en handhaving bieden. Na besluitvorming door het waterschap zullen de provincies de doelen eind 2018 vaststellen.
Stedelijk water
Stedelijk water
Als onderdeel van de integrale opgave voor het stedelijk waterbeheer moet het water in de stad een goede waterkwaliteit hebben en houden, om gezondheidsproblemen en overlast zoals stank te voorkomen. Daarnaast is een goede kwaliteit een voorwaarde voor een goede leefomgeving, zeker in hete en droge periodes.
Lees meer
Waterkwaliteitsspoor
Als kwaliteitsbeheerder voor het stedelijk water streeft het waterschap naar realistische doelen die het gebruik en de beleving van het stedelijk water ondersteunen. In overleg met gemeenten kan gekozen worden voor specifieke inrichtings- en kwaliteitsdoelen voor bepaalde wateren. De in Rijn-Oost afgestemde methodiek van het waterkwaliteitsspoor helpt om te komen tot een goede set van maatregelen om de waterkwaliteit te verbeteren.
Met het waterkwaliteitsspoor willen wij de invloed van afvalwater uit de riolering op de waterkwaliteit beperken en waterkwaliteitsproblemen aanpakken, die ontstaan uit andere emissies en door gebruik. Een belangrijke aanpak in het waterkwaliteitsspoor ligt in het optimaliseren van de inrichting en het beheer van stedelijk water.
Maatregelen stedelijk water
Wij stemmen de waterkwaliteit af op streefbeelden die we samen met de gemeente opstellen. Deze streefbeelden gaan over de kwaliteit van het water, de inrichting, en over beheer en het onderhoud van stedelijke watergangen. Het waterschap en de gemeente kunnen verschillende ambities hebben voor de kwaliteit van een stadswater. Streefbeelden zijn een hulpmiddel om deze ambities samen af te stemmen en de randvoorwaarden te bepalen. We houden hierbij rekening met de wensen van omwonenden en gebruikers. Het ‘Onderhoudsbeeldenboek’ voor inrichting en onderhoud gebruiken we daarbij.
Kwaliteit zwemwater
Kwaliteit zwemwater
Het waterschap controleert de waterkwaliteit van de, door de provincie, aangewezen zwemwateren. Alle zwemwateren voldoen aan de vereiste Europese kwaliteitsklasse ‘aanvaardbaar.’ De bacteriologische kwaliteit in het merendeel van de zwemwateren is uitstekend. Wel zijn problemen met blauwalgen (groep algen die bij overmatige bloei giftig kunnen zijn) licht toegenomen. Zwemmersjeuk (aandoening die wordt veroorzaakt door een parasiet die zich vermenigvuldigd in zoetwaterslakken), die veroorzaakt wordt door een parasiet, komt maar zelden voor. We streven naar meer zwemwateren met de kwaliteitsklasse ‘uitstekend’ en ‘goed’.
Lees meer
Controle en advies door het waterschap
Op basis van de kwaliteit van het zwemwater adviseren we de provincie over het afgeven van een waarschuwing, negatief zwemadvies of zwemverbod. In wateren die niet als zwemwater zijn aangewezen, voeren we geen reguliere controle uit op de kwaliteit als zwemwater en waarschuwen we niet voor gezondheidsrisico’s. Daarom adviseert het waterschap alleen op officiële zwemwaterlocaties te gaan zwemmen.
Het waterschap adviseert de provincie bij het aan- of afwijzen van zwemwater op basis van het zwemwaterprofiel (document waarin de kenmerken van een zwemplas staat samengevat). Hierin staat een beschrijving van de zwemwaterlocatie in relatie tot de omgeving en overige functies van het water en gaat in op eventuele risico’s voor het behouden van een goede zwemwaterkwaliteit. De zwemwaterprofielen worden regelmatig herzien. Ze vormen de basis voor advies aan de beheerder over optimalisatie van inrichting en beheer van het zwemwater, zodat gezondheidsrisico’s en overlast door blauwalgen of zwemmersjeuk zoveel mogelijk worden beperkt. Dit is door de combinatie van zwemwater met andere functies (zoals viswater) niet altijd eenvoudig.
Diepe plassen
Diepe plassen
In het waterschapsgebied liggen verschillende diepe plassen. Deze plassen zijn voornamelijk ontstaan door zandwinning en kunnen ecologisch waardevol zijn. Soms is er ecologische of landschappelijke winst te behalen als deze plassen ondieper worden gemaakt met grond of baggerspecie.
Lees meer
Aanpak en maatregelen
Het waterschap beoordeelt initiatieven voor het ondieper maken van plassen aan de hand van een inrichtingsplan. Gekeken wordt of het plan voldoet aan nut, functionaliteit, kwaliteitseisen en beheeraspecten. Daarvoor nemen we de Handreiking Herinrichting van diepe plassen, en het milieuhygiënisch toetsingskader van de STOWA (stichting onderzoek waterschappen) als uitgangspunten. Om de ruimtelijke functie goed te kunnen beoordelen, vragen we vooraf advies aan provincie en gemeente.
De waterschappen in Rijn-Oost willen op een gelijke manier omgaan met de aanvragen voor het verondiepen van diepe plassen. Daarom stellen we in deze planperiode gezamenlijke beleidsregels vast om plannen voor het verondiepen van diepe plassen goed te kunnen beoordelen.
Schoon grondwater
Schoon grondwater
Schoon oppervlaktewater van nu is een voorwaarde voor het schone grondwater van later. En andersom heeft schoon grondwater een positief effect op een gezond oppervlaktewatersysteem. De kwaliteit van grondwater kan niet los worden gezien van de grondwaterkwantiteit (grondwaterpeilen/ kwel (uittredend grondwater)), zoals beschreven in het hoofdstuk Voldoende. Grondwater is de belangrijkste bron voor de drinkwatervoorziening in Oost-Nederland. Vanuit onze (gedeelde) taak als grondwaterbeheerder stellen we in de eerste helft van de planperiode een visie op voor het grondwaterbeheer (kwaliteit en kwantiteit). Daarbij houden we rekening met de landelijke nota Drinkwater en met de structuurvisie voor de Ondergrond (STRONG (structuurvisie ondergrond)).
Lees meer
Samenwerking met drinkwaterbedrijven
Waterschappen leveren een actieve bijdrage aan de ‘gebiedsdossiers drinkwaterwinningen’, gericht op de bescherming van de grondwaterbeschermingsgebieden. Daar waar drinkwater wordt gewonnen uit oeverinfiltraat (Engelse werk en Vechterweerd), werken we nauw samen met de drinkwaterbedrijven. We voeren samen met de drinkwatersector een onderzoek uit naar stoffen in het oppervlaktewater die de drinkwaterwinningen kunnen bedreigen.
Vanaf 2015 gaat de oeverinfiltratiewinning te Vechterweerd - in de vorm van een pilot - een deel van de drinkwatervoorziening in Overijssel dekken. De winning bestaat uit een mengsel van grondwater en water dat via de oevers uit de Vecht wordt onttrokken. Vanuit het belang van een goede grondwaterkwaliteit nabij de winning hebben het drinkwaterbedrijf Vitens (drinkwaterbedrijf), de provincie Overijssel en de voormalige waterschap Groot Salland en Velt en Vecht op 20 januari 2012 een waterovereenkomst afgesloten. Deze overeenkomst regelt onder meer de bescherming en de monitoring van het oppervlaktewater in de Vecht. De betrokken partijen doen dit binnen de grenzen van hun eigen wettelijke bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Het waterschap neemt de functie van drinkwaterwinning mee bij de bescherming van de waterkwaliteit van de Vecht. Op basis van de monitoringsresultaten wordt in 2015 met de partners een plan van aanpak opgesteld waarin onder meer wordt gekeken naar de noodzaak en mogelijkheden tot maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit.
Schaliegas (gas dat ligt opgeslagen in schaliegesteente diep onder de grond) en grondwater
De winning van schaliegas kan een bedreiging zijn voor schoon grondwater. Schaliegas biedt mogelijkheden als energiebron in Nederland. De winning van schaliegas is omstreden door de mogelijke milieugevolgen van de gebruikte boortechniek. Schaliegaswinning kan daarmee effecten hebben op de kwaliteit van het watersysteem.
De waterschappen staan op het standpunt dat eerst het maatschappelijk debat over de nut en noodzaak van schaliegas moet zijn afgerond. Daarna is bij schaliegaswinning - net als bij andere activiteiten - het voorzorgprincipe van toepassing. Initiatiefnemers moeten aantonen dat zij schaliegas zonder risico's voor het watersysteem kunnen winnen. Dat standpunt is vastgelegd in het position paper van de Unie van Waterschappen (2013). Ook de opslag van aardolieproducten, chemicaliën en radioactief afval vormt een potentiële bedreiging voor de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater. Daarom is ook hier het voorzorgsprincipe van toepassing.