Waterveiligheid
De waterschappen zorgen voor de waterveiligheid, zodat inwoners veilig kunnen wonen, werken en recreëren. Wij beheren en onderhouden dijken en kades om het risico op overstromingen en wateroverlast te beperken. Door klimaatverandering neemt de kans hierop toe. De economische waarde van huizen, bedrijven en infrastructuur is de laatste decennia sterk gestegen. Daardoor zal de schade bij een onverhoopte overstroming veel groter zijn dan vroeger. Om de gevolgen te beperken, adviseren wij bij ruimtelijke ontwikkelingen en zijn wij voorbereid op crisissituaties. Daarnaast werken wij aan het vergroten van de bewustwording van risico’s op wateroverlast en overstromingen.
Strategie
Het werken aan waterveiligheid is sterk in ontwikkeling. Er zijn nieuwe inzichten in de sterkte van rivierdijken, meer kennis over de verandering van het klimaat en een nieuwe manier van omgaan met risico’s. De komende jaren staan in het teken van de nadere uitwerking van het nationale Deltaprogramma (waterprogramma van het Rijk om Nederland voor te bereiden op de klimaatwijzigingen). Het nieuwe beleid bevat de hoofdkeuzen om Nederland voor te breiden op de gevolgen van klimaatverandering. Het gaat uit van een gelijke basisveiligheid voor iedereen. Maatregelen om het risico op overstroming te beperken blijven de belangrijkste basis vormen. Daarnaast zijn er strategieën om de gevolgen bij een overstroming te beperken en wordt er meer aandacht besteed aan crisisbeheersing en -bestrijding.
Binnen het Deltaprogramma heeft een intensief regioproces plaatsgevonden met als resultaat een voorkeursstrategie per riviertak. Dijkverbetering en rivierverruimingen blijven voorop staan en behoeven een krachtig samenspel tussen de waterschappen en Rijkswaterstaat. Voor goede bescherming tegen overstromingen zijn in het rivierengebied beide maatregelen nodig. Ook wordt ingezet op het beperken van de gevolgen van overstromingen en wateroverlast door een slimme ruimtelijke inrichting. Met oog op zelfredzaamheid is het belangrijk dat inwoners weten hoe te handelen in risicovolle situaties om eventuele gevolgen te beperken. Daarom wordt er gewerkt aan de bewustwording van inwoners over de risico’s van wateroverlast en overstroming.
Meerlaagsveiligheid
De gezamenlijke strategie van alle waterbeheerders in Nederland is gebaseerd op drie lagen:
- Laag 1: met waterkeringen of een ruim rivierbed wordt de kans op een overstroming klein gehouden; taken Rijk, provincie en waterschap.
- Laag 2: met een duurzame ruimtelijke inrichting worden effecten van overstromingen en wateroverlast beperkt. Bijvoorbeeld niet of aangepast bouwen in gebieden waar het water snel stijgt in geval van een overstroming en grote dieptes bereikt; taken provincie en gemeente, waterschap adviseert.
- Laag 3: crisisbeheersing. Door een goede voorbereiding op het verlenen van hulp en vergroten van de zelfredzaamheid van inwoners wordt het aantal slachtoffers bij een eventuele overstroming beperkt; taken gemeente en veiligheidsregio (samenwerkingsverband tussen gemeenten, politie, brandweer en gezondheidszorg die tijdens calamiteiten voor de bestrijding er van zorg draagt), waterschap adviseert.
(Afbeelding: Meerlaagsveiligheid (concept waarbij waterkeringen, ruimtelijke ordening en calamiteitenbestrijding in samenhang worden beschouwd): van onder naar boven: (laag 1) preventie, (laag 2) ruimtelijke inrichting, (laag 3) crisisbeheersing)
Overstroming en wateroverlast
Bij een overstroming vanuit de grote rivieren is de kans groot dat er talloze mensen om het leven komen. Zo’n overstroming leidt in alle gevallen tot grote schade aan huizen, wegen en bedrijven. Bij wateroverlast - meestal vanuit sloten en riviertjes - is er zelden sprake van een levensbedreigende situatie. De gevolgen blijven beperkt tot economische schade en overlast. Er is geen scherpe scheidslijn tussen beide situaties. In extreme situaties kan wateroverlast ook leiden tot een veiligheidsrisico, bijvoorbeeld een ambulance die een patiënt moeilijker of niet kan bereiken door ondergelopen wegen. Waar in het verleden het thema waterveiligheid zich voornamelijk richtte op overstromingen en het voorkomen hiervan wordt nu, samen met onze partners, meer de integraliteit en samenhang gezocht tussen de verschillende processen die het veiligheidsniveau beïnvloeden.
Doelstellingen
De doelen voor het thema “waterveiligheid” zijn uitgewerkt voor de drie genoemde lagen:
- Waterkeringen
- Voorkomen van overstromingen door instandhouding en verbetering van primaire en regionale keringen en kunstwerken (dijken, sluizen, etc.) overeenkomstig het vereiste beschermingsniveau.
- Voorkomen van wateroverlast vanuit het regionale systeem door middel van verbetering en instandhouding van overige keringen.
- Ruimtelijke inrichting
- Het beperken van de gevolgen van overstromingen en wateroverlast.
- Het vergroten van het bewustzijn en de (resterende) eigen verantwoordelijkheid van inwoners, overheid en bedrijven bij wateroverlast en overstromingen.
- Crisisbeheersing
- Een effectieve crisisorganisatie (de organisatie die zich bezighoudt met crisisbeheersing, veelal onder leiding van de Veiligheidsregio) voor beheersing van crisissituaties.
Een effectieve crisisorganisatie is nodig om tijdens een crisissituatie adequaat te kunnen handelen. Extreme situaties komen niet alleen voor binnen de waterveiligheid. Extreme droogte, vervuiling van oppervlaktewater en verstoring van zuiveringsinstallaties zijn ook voorbeelden van crisissituaties. Onze aanpak voor de crisisbeheersing is verder uitgewerkt bij Instrumenten.
Wetgeving en plannen
Deltaprogramma (waterprogramma van het Rijk om Nederland voor te bereiden op de klimaatwijzigingen)
Het Deltaprogramma moet zorgen dat Nederland veilig blijft om in te wonen. Het Deltaprogramma 2015 bestaat uit vijf ‘deltabeslissingen’, waaronder de deltabeslissingen Waterveiligheid en Ruimtelijke adaptatie. In de deltabeslissing Waterveiligheid staan afspraken om het risico op overstromingen te beperken. De deltabeslissing Ruimtelijke Adaptatie bevat voorstellen om de ruimtelijke inrichting van Nederland klimaatbestendig te maken. Overheden en marktpartijen hebben hierin een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De waterschappen geven mede invulling aan de afspraken uit het deltaprogramma.
Nationaal Waterplan
Het Nationaal Waterplan (NWP (nationaal waterplan)) is het waterbeleid van het Rijk voor de periode 2016-2021. Het NWP beschrijft welke maatregelen nodig zijn om Nederland ook in de toekomst veilig en leefbaar te houden. Het Nationaal Waterplan richt zich op bescherming tegen overstromingen van vooral de grote wateren. De afspraken uit het Deltaprogramma zijn in het NWP 2016-2021 vertaald in rijksbeleid. In het NWP zijn nieuwe keuzes gemaakt voor de aanpak van waterveiligheid in Nederland als gevolg van de klimaatontwikkelingen. Naast veiligheid is er in het Nationaal Waterplan aandacht voor voldoende en schoon water en de manieren waarop water kan worden gebruikt. Het overstromingsrisicobeheerplan is een bijlage van het Nationaal Waterplan.
Europese Richtlijn Overstromingsrisico’s
Vanuit Europa zijn richtlijnen vastgesteld om de gevolgen van overstromingen te beperken: de Europese Richtlijn Overstromingsrisico’s (ROR (EU richtlijn overstromings risico's)). Deze richtlijn is in Nederland opgenomen in de Waterwet. De ROR stimuleert de lidstaten tot informatie-inwinning, overleg en planvorming voor nationaal én grensoverschrijdend beheer van overstromingsrisico's. De ROR bevat geen kwantitatieve veiligheidsnormen, maar legt wel een aantal principes vast: niet-afwentelen, stroomgebiedsaanpak, risicobenadering (veiligheidsketen), duurzaamheid en publieke participatie. In het kader van de ROR zijn risico- en overstromingsgevaarkaarten en overstromingsrisicobeheerplannen opgesteld.
De risico- en overstromingsgevaarkaarten zijn beschikbaar via de website www.risicokaart.nl.
Waterwet: zorgplicht primaire waterkeringen
De waterschappen zorgen er voor dat de primaire waterkeringen aan de veiligheidsnormen blijven voldoen. Het toezicht op de uitvoering van die zorgplicht voor primaire waterkeringen ligt sinds 2014 bij het Rijk in plaats van de provincies. De zorgplicht houdt in dat de waterkeringsbeheerder de wettelijke taak heeft om de primaire kering (waterkeringen langs de zee, het ijsselmeer en de grote rivieren) aan de veiligheidseisen te laten voldoen en voor het noodzakelijke preventieve beheer en onderhoud te zorgen. Voor dit toezicht heeft het rijk een kader ontwikkeld, dat de waterschappen na implementatie gaan toepassen. De zorgplicht van de primaire waterkeringen heeft raakvlakken met alle drie de veiligheidslagen.
Omgevingsvisie (provinciaal plan waarin de provinciale doelen en belangen staat gedefinieerd, inclusief funtietoekenning) van de provincies
De Omgevingsvisie van de provincies is een integrale visie, waarin diverse beleidsonderwerpen op elkaar zijn afgestemd. Op het gebied van waterveiligheid richt de omgevingsvisie zich op de regionale wateren en de daarbij horende regionale waterkeringen. In de provinciale omgevingsverordening (provinciale verordening die de verhoudingen tussen de regionale overheden regelt) zijn de regels die volgen uit de Waterwet, verder uitgewerkt. Het gaat om regels op het gebied van de ruimtelijke ordening, mobiliteit, milieu, water en bodem. Voor waterveiligheid staan in de omgevingsverordening de normen voor de regionale waterkeringen en hoe deze getoetst moeten worden. De provincie beoordeelt projectplannen voor dijkverbeteringswerken en heeft hierbij de aandacht voor ruimtelijke inpassing en landschap- natuur- en cultuurhistorische waarden.