Ruimtelijke inrichting
Inleiding
De waterschappen adviseren bij ruimtelijke plannen (o.a. bestemmingsplannen) om te komen tot een duurzame ruimtelijke inrichting. Dit is één van de manieren om de gevolgen van overstromingen en wateroverlast te beperken. Ruimtelijke maatregelen kunnen een brug slaan tussen overlast (waar het gaat om ‘schade’) en veiligheid (waar het gaat om ‘slachtoffers’). Eén ruimtelijke maatregel kan soms slachtoffers én schade voorkomen.
Toelichting
Ruimtelijke aanpassingen kunnen bijdragen aan het voorkomen van een overstroming of wateroverlast en het beperken van eventuele gevolgen. De waterschappen adviseren hierover aan provincies en gemeenten. Daarnaast gaat het in deze zogenaamde tweede laag van het principe van meerlaagsveiligheid (concept waarbij waterkeringen, ruimtelijke ordening en calamiteitenbestrijding in samenhang worden beschouwd) ook om de bijdrage die inwoners, gemeenten, provincies en belangenorganisaties zelf kunnen leveren aan waterveiligheid. De betrokkenheid vanuit de samenleving bij de gewenste veiligheid is een belangrijk aandachtspunt in de planperiode.
Doelen
Doelen
- Het beperken van de gevolgen van wateroverlast en overstromingen (overlast, schade en slachtoffers).
- Het vergroten van het bewustzijn van de (resterende) eigen verantwoordelijkheid van de inwoners, overheden en bedrijven.
Aanpak
Aanpak voor de planperiode
Samenwerking bij ruimtelijke ontwikkelingen
Samenwerking bij ruimtelijke ontwikkelingen
De waterschappen hebben samen met de gemeenten goede ervaringen opgedaan met de Watertoets. Met deze toets kunnen we waterbelangen inbrengen in de ruimtelijke planvorming, onder andere bij bestemmingsplannen. Met de komst van de Omgevingswet verschuift het accent van een advies naar een nadrukkelijker betrokkenheid van begin tot eind. Het waterschap wil een vanzelfsprekende gesprekspartner zijn voor de medeoverheden en maatschappelijke partners. Onze inbreng bestaat uit kennis over waterveiligheid en het functioneren van het watersysteem en expertise over klimaatadaptatie. Het waterschap heeft daarbij niet alleen oog voor de waterschapstaken. Om dit te bereiken, willen we samen met gemeenten en provincies afspraken maken over onze adviesrol in ruimtelijke plannen.
Risicoparagraaf in bestemmingsplan
Risicoparagraaf in bestemmingsplan
In de provincie Overijssel moeten gemeenten een ‘risicoparagraaf overstromingen’ opnemen in hun bestemmingsplan als een plan- of projectgebied binnen een ‘dijkring (een gesloten ring van dijken die een gebied beschermd)’ ligt. Deze paragraaf geeft inzicht in de risico’s van overstromingen, en in de maatregelen en voorzieningen om deze risico’s te beperken. Hierbij adviseert het waterschap.
De waterschappen zien de risicoparagraaf als een constructief aanknopingspunt voor overleg met de betreffende gemeente. We verzoeken de provincies Drenthe en Gelderland dit ook te vragen aan hun gemeenten.
Bewustwording inwoners van risico’s
Bewustwording inwoners van risico’s
Overheid én inwoners zijn verantwoordelijk voor de veiligheid. We werken aan verdere bewustwording van overlast- en overstromingsrisico’s bij de inwoners van ons gebied. Dit verhoogt de zelfredzaamheid bij extreme (crisis)situaties, waardoor mogelijke gevolgen beperkt worden. Deze risicocommunicatie en bewustwordingsstrategieën werken we uit samen met onze verantwoordelijke partners (provincie, gemeente en Veiligheidsregio (samenwerkingsverband tussen gemeenten, politie, brandweer en gezondheidszorg die tijdens calamiteiten voor de bestrijding er van zorg draagt)).
Kennisontwikkeling
Kennisontwikkeling
De afgelopen jaren is onze kennis over overstromingskansen, risico’s en het voorspellen van hoogwatersituaties toegenomen. Daarom kunnen we steeds beter vooraf adviseren bij ruimtelijke ontwikkelingen en calamiteiten. Door de klimaatverandering, terugkerende toetsingen van keringen en het blijvend risico op wateroverlast is het noodzakelijk, dat we deze kennis blijven ontwikkelen en delen.
Werken aan een klimaatbestendige omgeving
Werken aan een klimaatbestendige omgeving
Het waterschap werkt mee aan de uitvoering van de Deltabeslissing Ruimtelijke adaptatie waarin als doel is gesteld om in 2050 een robuuste en klimaatbestendige omgeving te realiseren. We doen dit samen met Rijk, provincie en gemeenten, door waterveiligheid en klimaatbestendigheid mee te nemen bij alle ruimtelijke planvorming, realisatie en beheer. De ambitie uit de Deltabeslissing is o.a. om in 2050 de bebouwde omgeving, inclusief vitale en kwetsbare objecten, zo goed mogelijk klimaatbestendig in te richten. Om deze ambities waar te maken, stelt het Rijk een model-afwegingskader op voor het meewegen van klimaatbestendigheid bij ruimtelijke ontwikkelingen. Daarmee kunnen klimaatbestendigheid en waterveiligheid meegenomen worden in ruimtelijke plannen. De provincies, gemeenten en waterschappen vertalen dit afwegingskader naar de eigen omgevingsvisies, -plannen en verordeningen.
Ruimte voor waterberging
Ruimte voor waterberging
In extreme situaties wordt veel water geborgen op lage plaatsen waar dit beperkt overlast veroorzaakt. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in deze lage gebieden zoeken we naar compensatie van het verlies aan bergingscapaciteit (het volume water dat kan worden vastgehouden tijdens natte omstandigheden). Zo voorkomen we een toename van problemen met wateroverlast. De rekening voor de compensatie is voor de initiatiefnemers van de ruimtelijke ontwikkeling. Wij borgen de beschikbare bergingsmogelijkheden van water in afstemming met de betrokken partners, waaronder gemeenten en provincies.
Uiterwaarden
Uiterwaarden
Een bijzondere situatie betreft de uiterwaarden: de buitendijkse gebieden van de grote rivieren. Veelal is Rijkswaterstaat hier het bevoegd gezag. Voor de buitendijkse gebieden langs de Vecht, de Oude IJssel en de Schipbeek zijn de waterschappen Vechtstromen, Groot Salland en Rijn en IJssel bevoegd gezag. We willen de huidige ruimte voor waterberging (vasthouden van water in bergingsgebieden) in deze uiterwaarden behouden. Zo beperken we hoge(re) waterstanden en problemen benedenstrooms. We bieden waar mogelijk ruimte voor maatwerk en initiatieven van derden.
Maatregelen
Maatregelen in de planperiode
- Het waterschap brengt de risico’s op wateroverlast en overstroming (eenduidig, gebied dekkend en digitaal) in beeld en houdt deze actueel.
- Het waterschap stelt vast voor welke gebieden en locaties ruimtelijke maatregelen wenselijk of mogelijk zijn om wateroverlast en overstroming te beperken (bijvoorbeeld polder Mastenbroek).
- We ontwikkelen een beleidslijn om natuurlijke bergingscapaciteit (het volume water dat kan worden vastgehouden tijdens natte omstandigheden) die verloren gaat door ruimtelijke ontwikkelingen, te (laten) compenseren.
- We stellen samen met de ruimtelijke partners (RWS (rijkswaterstaat), provincie, gemeente en Veiligheidsregio (samenwerkingsverband tussen gemeenten, politie, brandweer en gezondheidszorg die tijdens calamiteiten voor de bestrijding er van zorg draagt)) een communicatiestrategie op en voeren deze uit, over de risico’s van wateroverlast en overstroming.
- We verzoeken de provincies Drenthe en Gelderland om een ‘ risicoparagraaf overstromingen’ voor te schrijven in bestemmingsplannen.
- We maken samen met gemeenten en provincie afspraken over uitvoering van onze adviesrol bij ruimtelijke plannen.