Voorkomen van overstromingen met primaire keringen
Inleiding
De eerste en meest belangrijke stap in het voorkomen van een overstroming is het in stand houden en verbeteren van waterkeringen en bijbehorende kunstwerken, zoals gemalen en sluizen. Maar overstromingen worden ook voorkomen door het vergroten van de afvoercapaciteit, bijvoorbeeld door verruiming van het rivierbed. Het verlagen van afvoerpieken door het vasthouden en bergen van water draagt ook bij aan het voorkomen overstromingen.
Toestand
Huidige en nieuwe norm
Voor de primaire waterkeringen - meestal de rivierdijken - zijn door het Rijk normen vastgesteld, die de hoogte en sterkte van de dijk bepalen. De huidige norm voor de meeste waterkeringen is 1/1250 per jaar en is een overschrijdingskans. Bij deze norm moet de kering zo hoog en sterk zijn, dat deze een waterstand kan keren die gemiddeld eens in de 1250 jaar voorkomt. Voor de waterkeringen van de dijkringen 10 en 11 geldt een norm van 1/2000 per jaar.
Lees meer
In de deltabeslissing Waterveiligheid wordt de overstap gemaakt naar een nieuwe normering voor de primaire waterkeringen. De nieuwe normen hebben een directe relatie met de mogelijke gevolgen van overstroming. De nieuwe norm kan daarmee per dijktraject verschillen. In de nieuwe normering van het dijktraject langs de Bovenrijn is rekening gehouden met zogenaamde systeemwerking, ook wel cascade-effect (vergelijkbaar met dominostenen) genoemd. Dit kan optreden als gevolg van de helling in het gebied en de lange duur van afvoerpieken op de rivieren. Hierdoor kan, na het vollopen van een dijkring (een gesloten ring van dijken die een gebied beschermd), een volgend lager gelegen dijkring ook getroffen worden. Door systeemwerking vanuit de Bovenrijn naar de IJssel kan ook de afvoerverdeling uit balans raken waardoor de dijkringen langs de IJssel getroffen kunnen worden.
Doelen
Doelen
We voorkomen overstromingen door verbetering en instandhouding van primaire waterkeringen en kunstwerken (gemalen, sluizen, etc.) overeenkomstig het wettelijke vereiste beschermingsniveau.
Aanpak
Aanpak voor de planperiode
Verbeteropgave op basis van 3e toetsing
Verbeteropgave op basis van 3e toetsing
In de Derde Landelijke Toetsing (2011) heeft het waterschap getoetst of de primaire waterkeringen aan de huidige veiligheidsnormen voldoen. Uitgesplitst naar de individuele waterschappen geven de uitkomsten een gedifferentieerd beeld, zie de tabel. Met name Groot Salland heeft een forse opgave, bij de waterschappen Reest en Wieden en Rijn en IJssel is deze opgave beperkt. Het waterschap Vechtstromen heeft geen primaire keringen.
Lees meer
Opgave primaire keringen |
Totale lengte (km) |
Waarvan afgekeurd totaal |
Geen opgave door nadere analyse (inschatting op peildatum 1-10-2014) |
Gerealiseerd (km) (peildatum 31-12-2015) |
Opgave (km) voor planperiode 2016 - 2021 |
---|---|---|---|---|---|
WGS (waterschap Groot Salland) |
200 |
108 |
ca. 11 |
0 |
12 -24 |
WRIJ (waterschap Rijn en Ijssel) |
144 |
5,2 |
pm |
0,4 |
0,5 |
WRW (waterschap Reest en Wieden) |
34 |
0,15 |
pm |
0,15 |
0 |
WVS (waterschap Vechtstromen) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Uitvoeren hoogwaterbeschermingsprogramma
Uitvoeren hoogwaterbeschermingsprogramma
Keringen die niet aan de norm voldoen, zijn of worden opgenomen in het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP (hoogwaterbeschermingsprogramma)).
De uitvoering krijgt voorrang op basis van risico’s. Het programma heeft een ‘voortrollend’ karakter. Het wordt elk jaar voor een periode van zes jaar opgesteld met een doorkijk van twaalf jaar. De programmering voor de eerstvolgende zes jaar is gedetailleerd en voor de daaropvolgende twaalf jaar globaler van aard.
De waterschappen willen actief sturen en invulling geven aan het HWBP. In het HWBP wordt ook aan kennisontwikkeling gedaan, bijvoorbeeld over het piping (fenomeen waarbij water onder de dijk doorstroomt en dan vaak zand meevoert waardoor de dijk verzwakt)-mechanisme. Zo kunnen de nieuwste inzichten worden meegenomen bij de voorbereiding en uitvoering van de versterkingsprojecten.
In het HWBP is een Project Overstijgende Verkenning (POV) opgenomen naar het bezwijkmechanisme piping. Hierin wordt de problematiek inclusief oplossingsrichtingen rondom piping op een landelijk niveau onder de loep genomen. Eén van de aspecten is vergroting van de kennis over de bodem en eigenschappen van grondlagen. De verwachting is dat hierdoor op termijn de benodigde maatregelen ingeperkt kunnen worden. Gelet op het grote belang voor ons beheergebied neemt het waterschap actief deel aan de POV Piping.
In één keer goed; combineren van opgaven
In één keer goed; combineren van opgaven
Bij dijkverbeteringen streven we naar ‘in één keer goed’. Het waterschap staat in beginsel voor een sobere en doelmatige uitvoering van de versterkingsopgave. We streven naar een goede inpassing in het landschap en zoeken naar mogelijkheden voor behoud en versterking van de ruimtelijke kwaliteit. We staan open voor, en denken mee over, opgaven van partners in het stedelijk en landelijk gebied. Bijvoorbeeld een multifunctionele kering waarbij de stedelijke gebruiksfunctie en de waterkerende functie zijn geïntegreerd in het ontwerp. Samenwerking en innovatieve oplossingen zijn hierbij cruciaal. Dijkversterkingsmaatregelen combineren we zo met andere ruimtelijke opgaven en vice versa. Dit beperkt de (werk)overlast in het gebied en vergroot de kans op het realiseren van een maatschappelijke meerwaarde.
In de periode tot de wettelijke vaststelling in 2017 passen we, waar mogelijk en mits kosteneffectief, de nieuwe normen voor waterkeringen al meteen toe. In de verkenningsfase van een versterkingsmaatregel nemen we de nieuwe norm als één van de varianten in beschouwing.
Invulling zorgplicht voor de dijken
Invulling zorgplicht voor de dijken
Het waterschap wil de komende jaren invulling geven aan de zogenaamde zorgplicht. Dat is de wettelijke taak om de primaire waterkeringen aan de veiligheidseisen te laten voldoen en voor preventief onderhoud en beheer te zorgen. Voor een goede invulling van deze zorgplicht moet er continu inzicht zijn in de feitelijke toestand van de waterkering. Hiervoor maken we gebruik van diverse instrumenten, zoals een legger (kaart met watergangen, afmetingen en onderhoudsafspraken die hoort bij de keur) waar wordt omschreven waar de primaire kering (waterkeringen langs de zee, het ijsselmeer en de grote rivieren) naar ligging, vorm, afmeting en constructie aan moet voldoen, beheerplannen en handhaving en vergunningverlening. Daarnaast is inspectie en monitoring van de kering nodig. Invulling geven aan zorgplicht voor waterveiligheid betekent een extra opgave om de werkprocessen, het informatiebeheer en de crisisbeheersing op elkaar af te stemmen. Het Rijk houdt toezicht op de naleving van de zorgplicht. Vanaf 2017 krijgt het toezicht haar definitieve vorm.
Binnen het programma Zorgplicht streven we de ambitie na om ‘continu helder, zichtbaar en aantoonbaar te kunnen maken wat de veiligheid en het handelingsperspectief is’. Het doel van het project is om d.m.v. deelprojecten de verschillende aspecten van de ambitie in samenhang te realiseren, waarbij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) onze invulling van de zorgplicht als model hanteert bij de verdere vormgeving en inhoud van het toezicht. Hierbij willen we samenwerken met Waterschap Rivierenland en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier.
Vergunning voor ruimtelijke initiatieven
Vergunning voor ruimtelijke initiatieven
Om het risico op overstroming te beperken mogen er geen activiteiten of ruimtelijke ontwikkelingen op of bij een waterkering plaatsvinden die ten kosten gaan van het functioneren van de waterkering (ook niet voor toekomstige maatregelen voor dijkversterking). Voor de instandhouding van waterkeringen en kunstwerken worden beschermingszones (A en B) en een ‘profiel van vrije ruimte’ gehanteerd. Binnen deze zones gelden beperkingen voor het uitvoeren van werkzaamheden en ruimtelijke ontwikkelingen. Hiermee worden de keringen beschermd tegen activiteiten die de keringen kunnen verzwakken. Als er geen sprake is van een onaanvaardbare toename van het risico kunnen initiatiefnemers een vergunning aanvragen, waarin de voorwaarden voor activiteiten of ruimtelijke ontwikkelingen worden vastgelegd.
Ontwikkelen nieuw instrumentarium
Ontwikkelen nieuw instrumentarium
Als gevolg van de nieuwe normering wordt ook een nieuw toets- en ontwerpinstrumentarium opgesteld. Nieuwe inzichten over de sterkte van de keringen (bijvoorbeeld 'piping (fenomeen waarbij water onder de dijk doorstroomt en dan vaak zand meevoert waardoor de dijk verzwakt)') worden in het toets- en ontwerpinstrumentarium verwerkt. Met het oog op de volgende (vierde) toetsronde actualiseert het Rijk in overleg met de waterschappen het instrumentarium. De waterschappen leveren een actieve bijdrage aan de voorbereiding en aanpak van de nieuwe toetsing. De volgende toetsronde start in 2017.
Maatregelen
Maatregelen in de planperiode
- We toetsen de primaire keringen en kunstwerken zoals dijken en sluizen met een frequentie van eens per 12 jaar.
- Vanaf 2017 toetsen we de primaire keringen op basis van de nieuwe normen en het nieuwe wettelijke toetsingsinstrumentarium.
- De primaire keringen en kunstwerken moeten aan de geldende norm voldoen. Waar nodig voeren we verbeteringsmaatregelen uit, volgens de programmering van het HWBP. (hoogwaterbeschermingsprogramma) Waar mogelijk en mits kosteneffectief passen we, vooruitlopend op de wettelijke vaststelling in 2017, de nieuwe normen voor waterkeringen nu al toe.
- We beheren en onderhouden onze keringen volgens de geldende beheer- en onderhoudsplannen en -programma’s.
- Zolang situaties niet op orde zijn, stellen we een pakket beheermaatregelen op voor situaties met hoogwater en hebben deze beschikbaar om in te zetten (bijvoorbeeld opkisten: op de kruin (de bovenkant van de dijk) van de dijk een tijdelijke verticale wand plaatsen).
- We werken toe naar continu inzicht in de veiligheidssituatie. We werken mee aan de ontwikkeling van (o.a. realtime) toetsinstrumenten.
- Het waterschap draagt zorg voor een goede invulling van de zorgplicht.
- We werken een operationeel kader uit voor ingrepen in en gebruik van de primaire waterkeringen. Het gaat om beleids- en algemene regels, te benutten voor toezicht, vergunningverlening en handhaving.
- We brengen de financiële en ruimtelijke consequenties van de nieuwe normering in beeld.